De praktijk van waardecreatie ten dienste van de samenleving, natuur en toekomst.
Waarom geen ‘herstelwoordenboek voor de samenleving’ in plaats van ‘voor de economie’?
Die vraag dook meerdere keren op. En terecht. Zorg, onderwijs en tal van andere maatschappelijke domeinen schreeuwen om verandering, om nog maar over de teloorgang van de democratie te zwijgen...
Maar uiteindelijk heeft alles te maken met de manier waarop we ons wereldhuishouden runnen. Bill Clinton zei niet voor niets: “It’s the economy, stupid!”.
Juist: alles is economie. Of in het Oudgrieks ‘huishoudkunde’, de kunst om als goede huisvaders en -moeders een thuis te bestieren. Sinds de tweede wereldoorlog vergaten we de zorgzame insteek van de ‘menswetenschap’ die economie toch is. We gingen geloven dat een sterke economie gelijkstaat aan zoveel mogelijk winst realiseren, behoeften creëren, productie opdrijven.
Langzaamaan beseffen we dat het dominerend narratief ‘economie = groei’ een val is. We gaan gebukt onder angst en stress en verliezen onze veerkracht. Ons sociale zekerheidssysteem kraakt, de aarde verschraalt. De natuurkrachten ‘water en vuur’ vatten treffend samen waar ons mondiale huishouden onder te lijden heeft.
Willen we niet ten onder gaan aan die oerkrachten, dan moeten we koers zetten naar een economie die regenereert. Wij geloven dat taal de gps is die ons daarheen navigeert.
Want niemand verplicht ons om ‘waardecreatie’ gelijk te stellen aan een ‘hogere beurskoers’. We kunnen er samen voor kiezen om waardecreatie te definiëren als ‘het verhogen van maatschappelijke relevantie’. We zijn vrij om nieuwe woorden zoals ‘brouwverlof’, ‘planeetwaardig’ of ‘werkgenegenheid’ te introduceren.
Lang verhaal kort: Een ‘herstelwoordenboek voor de economie’ IS een herstelwoordenboek voor de samenleving. Laat het ons samen schrijven, als mede-woordvoerders van de toekomst.
Hoe? Door bestaande woorden een andere betekenis te geven, door waardevolle woorden meer gewicht te geven en door noodzakelijke kantelwoorden toe te voegen aan ons denkkader.